Qua weer ook niks te klagen vandaag, droog en een fijn zonnetje. Alleen die wind, blij dat mijn helm goed vast zat anders was ik die nu kwijt geweest. Niet alleen maakte deze wind het warm-rijden lastig, ook tijdens de wedstrijd was de rechte strook over start-finish zeer zwaar, omdat we hier de wind vol van voren kregen.
Opstellen voor de start liet wel weer wat opzich wachten, en de meeste deelnemers reden dan ook maar wat zenuwachtig rondjes voorlangs de jurywagen. Ikzelf ook, staan wachten is niks, zeker niet als de wind het koud maakt.
Staan net goed en wel opgesteld, klinkt opeens uit het niets een vaag fluitje…
Hiervan wist ik dat ik niet moest schrikken, en al helemaal niet achteraan moest gaan. Toch echt een niveau te hoog.
Slim hield ik mijn directe concurrenten voor het klassement in de gaten en hield mij hierbij in de buurt. Dit vormde al snel een groepje van vier man die gingen strijden voor een vierde plek deze dag. Even leek Tim Vaessen nog aansluiting te vinden maar hij viel snel weer terug.
Meeste kopwerk werd in de eerste helft van de wedstrijd verricht door Edwin Arts, en zijn tempo lag op sommige stukken zo hoog dat ik amper kon volgen. Toen het opeens even stil viel keek hij om en vond dat ik maar eens meer kopwerk moest gaan doen. Opzich wel zo netjes ja, maar als je niet kunt dan kun je niet was mijn gedachte. Mezelf opblazen en weer eruit gereden worden op het eind had ik zeker geen zin in.
Zo kon ik de laatste ronde de strijd aan gaan met Noud Nijssen, dit ging lang goed totdat we een grote groep achterblijvers moesten inhalen. Noud schoot er goed voorbij, ik kwam net in het mulle zand terecht. Alles op alles nog gezet om het gat te dichten, zelfs bijna kramp hierdoor op het laatste steile knipje voor de finish, maar dit mocht niet meer baten.
Moe gestreden, maar zeker voldaan kwam ik zo als vijfde over de streep. Dik tevreden en weer goede zaken voor het klassement gedaan.